Vruchtbaarheid (vrouwen)
Wat is de functie van de vruchtbaarheid bij de vrouw?
De vruchtbaarheid van de vrouw geeft aan in hoeverre zij
zich kan voortplanten. Voor een normale vruchtbaarheid is een volledige
puberteitsontwikkeling nodig. Daarnaast is het aantal (ongerijpte) eicellen dat
een vrouw heeft van invloed op de mate van vruchtbaarheid. Dit aantal is
afhankelijk van de leeftijd van de vrouw. Bij de eerste menstruatie is de
voorraad op zijn hoogst en deze neemt iedere maand af. De hele cyclus van een
vrouw, met onder andere de rijping van de eicellen in de eierstokken, wordt
aangestuurd door hormonen die worden aangemaakt in de hersenen. Daarnaast zijn
tal van andere factoren van belang voor bevruchting, zoals bijvoorbeeld de
doorgankelijkheid van de eileiders en de baarmoeder. Het is aan de buitenkant
niet te zien of iemand verminderd vruchtbaar of onvruchtbaar is.
Wat gebeurt er als de vruchtbaarheid bij de vrouw verminderd
is?
Vruchtbaarheidsproblemen komen veel voor. 1 op de 10 paren
in Nederland heeft vruchtbaarheidsproblemen. Wanneer er sprake is van een
verminderde vruchtbaarheid, zal het waarschijnlijk langer duren om zwanger te
worden. De vruchtbaarheid is verminderd wanneer er minder eicellen zijn, ze
minder vaak vrijkomen (ovulatie), er verstoppingen zijn in de eileiders of als
de baarmoeder beschadigd is waardoor de bevruchte eicel niet kan innestelen.
Wanneer je onvruchtbaar bent betekent dit dat je niet zwanger kunt worden. Soms
is sprake van een vervroegde overgang (menopauze). Gemiddeld begint de overgang
rond het vijftigste levensjaar. In de eierstokken rijpen geen eitjes meer en
daarom kan je geen kinderen meer krijgen. Vervroegde overgang betekent dat een
vrouw jaren eerder dan het vijftigste levensjaar stopt met menstrueren en dus
niet meer vruchtbaar is. Bij gebruik van de anticonceptiepil kan het zijn dat
je hier niets van merkt tot het moment dat je stopt met de pil en zwanger wilt
worden. Onvruchtbare vrouwen kunnen overigens een normaal seksleven hebben,
vruchtbaarheid en seksueel functioneren zijn immers twee verschillende dingen.
Wat kan een oorzaak zijn van verminderde vruchtbaarheid bij
de vrouw?
De meeste vrouwen die in hun jeugd kanker hebben gehad, zijn
normaal vruchtbaar. Als je de puberteit achter de rug hebt en (zonder gebruik
van een anticonceptiemiddel) regelmatig menstrueert, is het aannemelijk dat je
normaal vruchtbaar bent. Voor een goede vruchtbaarheid is het belangrijk om
seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) te voorkomen. Er zijn medicijnen of
soorten behandelingen die een versnelling of vertraging van de puberteit, een
vermindering van de vruchtbaarheid of een vervroegde overgang kunnen
veroorzaken en zodoende van invloed zijn op de vruchtbaarheid.
Behandelfactoren die van invloed kunnen zijn op de vruchtbaarheid bij de vrouw:
- Chemotherapie: behandeling met medicijnen als Procarbazine,
Busulfan, Cyclofosfamide Chloormethine, Natulan, BCNU, CCNU en Chlorambucil
kunnen een verminderde vruchtbaarheid geven.
- Radiotherapie: bestraling van de onderbuik of het bekken, van het onderste deel van de rug (soms), van het totale lichaam (bij beenmergtransplantatie) en/of een hoge doses bestraling van het hoofd kunnen vermindering en soms afwezigheid van de vruchtbaarheid tot gevolg hebben.
- Operatie: operatie aan eierstokken en baarmoeder of een hersenoperatie kunnen invloed hebben op de puberteitsontwikkeling en daarmee op de vruchtbaarheid.
Hoe wordt het functioneren van de vruchtbaarheid bij de
vrouw onderzocht?
Op de polikliniek LATER kan door middel van bloedonderzoek
een indruk verkregen worden van de vruchtbaarheid. Soms kan onvoldoende
duidelijkheid verkregen worden over de vruchtbaarheid en is extra onderzoek
noodzakelijk.
Wat is eraan te doen, wanneer blijkt dat de vruchtbaarheid
bij de vrouw verminderd is?
Bespreek twijfel over de vruchtbaarheid tijdig met de arts
op de polikliniek LATER arts of de huisarts, indien er sprake is van een
kinderwens. Zij kunnen je desgewenst doorverwijzen naar een gynaecoloog die
gespecialiseerd is in vruchtbaarheid en vruchtbaarheidsproblemen. Na een
periode van een jaar, zonder succesvolle bevruchting, zal verdere hulp bij de
polikliniek voor voortplanting en verloskunde (gynaecologie) verkregen kunnen
worden. Het is niet altijd met zekerheid te zeggen of de behandeling de kans op
het krijgen van kinderen heeft beïnvloed. Tegenwoordig is het bij verminderde
vruchtbaarheid door de huidige technieken vaak toch mogelijk om zwanger te
worden. De deskundige kan je meer informatie geven. Kinderen van
ex-kinderkanker patiënten hebben in het algemeen geen verhoogde kans op
aangeboren afwijkingen of het verkrijgen van kanker.